Rondom De Sprengen 19 december 2023
Beloofd is beloofd. De titel van deze column had ik aangekondigd in m’n column van vorige maand. Ik had het toen over de schroom om dat tegen iemand te zeggen. “Ik hou van je.” Voor de Belgen is dat eenvoudiger, zij zeggen in plaats van “Ik hou van je”, “Ik zie u graag”, dat is laagdrempeliger.
Ik hou van je om wie je was, of ik hou van je om wie je nu (nog steeds) voor me bent. En waarom hou ik van je?
“Maar dat hoef ik toch niet uit te leggen waarom ik van je hou?”
En als ik dan toch een poging waag, dan zeg ik:
Kunnen we deze dingen niet wat vaker tegen elkaar zeggen, soms gewoon door de dagen van de week heen? Waarom wachten daarmee tot aan het eind van iemands leven? Is het omdat het ons zo kwetsbaar maakt en we zo moeilijk kunnen omgaan met kwetsbaarheid? Ik denk dat het over het algemeen makkelijker is voor vrouwen, dan voor mannen, om lieve dingen tegen elkaar te zeggen. Mannen zeggen liever dingen in de trant van:
Misschien is het niet zo nodig om waardering voor elkaar expliciet uit te spreken? Of toch maar gewoon af en toe doen? Misschien zit het ook al in de manier waarom je elkaar begroet, als je elkaar bijvoorbeeld tegenkomt op straat. Dan zit het in de klankkleur of de warmte van je stem hoe je iemand begroet: “Hé Hans, hoi Sjaak. Dag Irene, hallo Martha”. Hoe je die naam uitspreekt, daar kun je dan mee zeggen: “Ik zie u graag!”.
P.S. Om vast over na te denken, de column van 30 januari 2024 heeft als titel: “Als ik 2023 of m’n leven over mocht doen?”